Plakette in het nederlands

abgeben in het nederlands - betomen, bedwingen, beteugelen, voorleggen, onderwerpen, indienen, dienen, ...
absetzung in het nederlands - rabat, gevolgtrekking, afslag, afbraak, korting, afzetting, depositie, ...
couchgarnitur in het nederlands - gevolg, bank, couch, laag, de bank, luie stoel
feldherren in het nederlands - veld, gebied, akker, terrein, gebied van

Willekeurige woorden

aanstoot

allereerst

autopsie in het engels

boksen in het engels

consumeren in het engels

Plakette in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: stoutheid, vermetelheid, messing, geelkoper, gedurfdheid, wapen, stoutmoedigheid, durf, lef, insigne, badge, kenteken, kenteken van, speldje