Publikum in het nederlands

Vertaling: publikum, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gehoor, toehoorders, publiek, audiëntie, auditorium, openbaar, openlijk, ruchtbaar, hoorders, audience
Publikum in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • anfeuchten in het nederlands - wassen, vochtig, nat, vocht, witten, bevochtigen, was, ...
  • anklammernd in het nederlands - vastklampen, klampt zich vast, vasthouden, zich vastklampen, clinging
  • gezimmert in het nederlands - van hout, houten, bebost, vakwerk, betimmerd
  • kobold in het nederlands - luchtgeest, fee, geest, feeëriek, elf, kobold, aardmannetje, ...
Willekeurige woorden
Publikum in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: gehoor, toehoorders, publiek, audiëntie, auditorium, openbaar, openlijk, ruchtbaar, hoorders, audience