Rand in het nederlands
Vertaling: rand, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
kant, groef, plooi, voeg, buitenkant, lip, oever, cirkelomtrek, helling, glooiing, rimpel, schuinte, flank, zoom, grens, wal, edge, de rand, rand van
Verwante woorden
Vertalingen
- bogenschütze in het nederlands - boogschutter, Archer, schutter, schutter van, De Schutter
- disqualifikation in het nederlands - diskwalificatie, uitsluiting, ontzetting, verbod, ontzegging
- einreibemittel in het nederlands - smeersel, zalf, liniment, wrijfmiddel
- gärend in het nederlands - gist-, gistende, fermenteren, vergisten, fermenterende
Willekeurige woorden
Rand in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: kant, groef, plooi, voeg, buitenkant, lip, oever, cirkelomtrek, helling, glooiing, rimpel, schuinte, flank, zoom, grens, wal, edge, de rand, rand van
Vertalingen: kant, groef, plooi, voeg, buitenkant, lip, oever, cirkelomtrek, helling, glooiing, rimpel, schuinte, flank, zoom, grens, wal, edge, de rand, rand van