Reisebegleiter in het nederlands

Vertaling: reisebegleiter, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

reisgids, mennen, dirigeren, geleiden, voeren, brengen, gidsboek, sjabloon, patroon, gids, handboek, richten, rondleiden, vademecum, besturen, reisgenoot, reisgezel

Verwante woorden

reisgids in het duits

mennen in het duits

dirigeren in het duits

geleiden in het duits

voeren in het duits

brengen in het duits

gidsboek in het duits

sjabloon in het duits

patroon in het duits

gids in het duits

handboek in het duits

richten in het duits

rondleiden in het duits

vademecum in het duits

besturen in het duits

Vertalingen

dämpfungen in het nederlands - dempingen, verzwakkingen, verzwakkerstanden
fremdenführer in het nederlands - brengen, geleiden, besturen, gids, mennen, dirigeren, reisgids, ...
genistet in het nederlands - genesteld, genest, geneste, wordt genesteld, genesteld die
lagerfeuer in het nederlands - kampvuur, campfire, kampvuurplaats, het kampvuur, kamp vuur

Willekeurige woorden

droefheid in het engels

makreel in het engels

Reisebegleiter in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: reisgids, mennen, dirigeren, geleiden, voeren, brengen, gidsboek, sjabloon, patroon, gids, handboek, richten, rondleiden, vademecum, besturen, reisgenoot, reisgezel