Relation in het nederlands

Vertaling: relation, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verhaal, verstandhouding, verwantschap, geslachtsdaad, omgang, verband, paring, betrekking, relatie, verkeer, familiebetrekking, bloedverwant, opzicht, verhouding, opzichte
Relation in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • chancen in het nederlands - vooruitzichten, perspectieven, prospects, de vooruitzichten, perspectief
  • einsteller in het nederlands - regelaar, adjuster, insteller, stelschroef, versteller
  • erwartungen in het nederlands - verwachtingen, de verwachtingen, verwachting, verwachtingen van, vertrouwen
Willekeurige woorden
Relation in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: verhaal, verstandhouding, verwantschap, geslachtsdaad, omgang, verband, paring, betrekking, relatie, verkeer, familiebetrekking, bloedverwant, opzicht, verhouding, opzichte