Schüler in het nederlands
Vertaling: schüler, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
discipel, student, adept, aanhanger, leerling, wetenschapper, geleerde, studenten
Verwante woorden
Vertalingen
- autokrankheit in het nederlands - auto-, auto, automatische, automatisch, de automatische
- außerordentlich in het nederlands - buitengewoon, voortreffelijk, uitmuntend, bijzonder, uitzonderlijk, wijze van uitzondering, van uitzondering
- festlichkeit in het nederlands - feest, gelag, festijn, banket, feestmaal, smulpartij, viering, ...
- gelesen in het nederlands - aflezen, lezen, Lees, gelezen, te lezen, lezen van
Willekeurige woorden
Schüler in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: discipel, student, adept, aanhanger, leerling, wetenschapper, geleerde, studenten
Vertalingen: discipel, student, adept, aanhanger, leerling, wetenschapper, geleerde, studenten