Schwellung in het nederlands

Vertaling: schwellung, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bochel, gezwel, prop, kluit, poef, bal, klont, pof, knobbel, bult, klomp, zwelling, zwellen, zwellingen, opzwellen, zwelling van
Schwellung in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • abreagieren in het nederlands - luchten, opening, vent, ventileren, ontluchten
  • aufsässige in het nederlands - uitdagend, Defiant, uitdagende, opstandige, opstandig
  • bewirten in het nederlands - waard, logementhouder, gastheer, herbergier, vermaken, entertainen, te vermaken, ...
  • gesaust in het nederlands - breezed, nenkwam, hinkelend, stormde
Willekeurige woorden
Schwellung in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: bochel, gezwel, prop, kluit, poef, bal, klont, pof, knobbel, bult, klomp, zwelling, zwellen, zwellingen, opzwellen, zwelling van