Selbständig in het nederlands

Vertaling: selbständig, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
soeverein, oppermachtig, zelfbesturend, autonoom, onafhankelijk, beheerser, potentaat, zelfstandig, onafhankelijk van elkaar, onafhankelijk van, onafhankelijke
Selbständig in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ausrauben in het nederlands - roven, buitmaken, plunderen, stropen, beroven, bestelen, Rob, ...
  • etikettenschwindel in het nederlands - bedrog, bedrieger, fraude, label, etiket, het etiket
  • gelage in het nederlands - feest, feestmaal, lust, maaltijd, feestdag
  • heiligenscheine in het nederlands - heilig, heilige, de Heilige, Holy, heiligen
Willekeurige woorden
Selbständig in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: soeverein, oppermachtig, zelfbesturend, autonoom, onafhankelijk, beheerser, potentaat, zelfstandig, onafhankelijk van elkaar, onafhankelijk van, onafhankelijke