Sparen in het nederlands

Vertaling: sparen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
behoeden, bergen, konfijten, bezuinigen, besparen, onderhouden, handhaven, uitzuinigen, uitsparen, behouden, bewaren, conserveren, inleggen, uitwinnen, overhouden, redden, behalve
Sparen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • brandabschnitt in het nederlands - brand, vuur, fire, haard, het vuur
  • freiberufler in het nederlands - freelancer, freelance, freelancer te
  • gegner in het nederlands - tegenspeler, mededinger, tegenpool, tegenstaand, wedijveren, vijand, tegenliggend, ...
  • klapsmühle in het nederlands - gekkenhuis, nuthouse
Willekeurige woorden
Sparen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: behoeden, bergen, konfijten, bezuinigen, besparen, onderhouden, handhaven, uitzuinigen, uitsparen, behouden, bewaren, conserveren, inleggen, uitwinnen, overhouden, redden, behalve