Sparsamkeit in het nederlands
Vertaling: sparsamkeit, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
volkshuishoudkunde, spaarzaamheid, zuinigheid, Thrift, de Zuinigheid, zuinigheidsopslag
Vertalingen
- arbeitskräfte in het nederlands - arbeid, arbeidskrachten, arbeidskosten, arbeids-, werk
- defekt in het nederlands - ziektekiem, gebrek, wandluis, gemis, euvel, vergissing, fout, ...
- fasching in het nederlands - carnaval, Carnival, van Carnaval, carnaval van, kermis
- kochen in het nederlands - behalen, borrelen, uitrichten, koken, herstellen, scheppen, aanleggen, ...
Willekeurige woorden
Sparsamkeit in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: volkshuishoudkunde, spaarzaamheid, zuinigheid, Thrift, de Zuinigheid, zuinigheidsopslag
Vertalingen: volkshuishoudkunde, spaarzaamheid, zuinigheid, Thrift, de Zuinigheid, zuinigheidsopslag