Spitzhacke in het nederlands
Vertaling: spitzhacke, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afbreken, steken, tokkelen, afkluiven, afrukken, priemen, prikken, keus, knabbelen, houweel, pikken, afplukken, optie, oprapen, wegscheuren, verkiezing, pikhouweel, pickaxe, kruishouweel, hak
Verwante woorden
Vertalingen
- abgelaufen in het nederlands - verlopen, vervallen, verstreken, is verstreken, uitgeademde
- baustämme in het nederlands - boomstammen, boomstronken, boomboomstammen, boom stammen, stammen
- besiedelt in het nederlands - bevolkte, bevolkt, bewoonde, dichtbevolkte, dichtbevolkt
- feinbäckereien in het nederlands - fijne, fijn, prima, fine, boete
Willekeurige woorden
Spitzhacke in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: afbreken, steken, tokkelen, afkluiven, afrukken, priemen, prikken, keus, knabbelen, houweel, pikken, afplukken, optie, oprapen, wegscheuren, verkiezing, pikhouweel, pickaxe, kruishouweel, hak
Vertalingen: afbreken, steken, tokkelen, afkluiven, afrukken, priemen, prikken, keus, knabbelen, houweel, pikken, afplukken, optie, oprapen, wegscheuren, verkiezing, pikhouweel, pickaxe, kruishouweel, hak