Stück in het nederlands

Vertaling: stück, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
pleisterwerk, stucwerk, gipspleister, stucco, gepleisterde
Stück in het nederlands

Vertalingen

  • ansprechpartnerin in het nederlands - contact, aanraking, contact met, contactgegevens, contactpersoon
  • feuersteine in het nederlands - brand, vuur, haard, fire, het vuur
  • flügel in het nederlands - vleugel, vlerk, gebladerte, grandioos, vel, overweldigend, lemmet, ...
  • kenntnisse in het nederlands - bekendheid, wetenschap, medeweten, kunde, verstand, kennis, de kennis, ...
Willekeurige woorden
achterbuurt
bedaardheid
curieus
lieveling
astronomisch
bureaucratisme
genadig
dielectolyse
ondervoeding
kabbelend
sarcofaag
vervoerbaar
afstamming in het engels
erkennen in het engels
heilige in het engels
passen in het engels
Stück in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: pleisterwerk, stucwerk, gipspleister, stucco, gepleisterde