Streuen in het nederlands

Vertaling: streuen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
doorsmeren, besmeren, ronddelen, verbreiden, uitspreiden, rondgeven, verspreiden, uitdelen, sauzen, ontvouwen, afgeven, verstrooien, spreiding, strooien, scatter, verstrooiing
Streuen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • abtretend in het nederlands - cederende, afstaan, herverzekeringsprovisie, cedent, cedenten
  • federn in het nederlands - voorjaar, veer, lente, de lente, spring
  • inhaltlich in het nederlands - inhoud, gehalte, de inhoud, inhoud van
  • kombinatorisch in het nederlands - combinatorieel, combinatorisch, uit combinaties
Willekeurige woorden
Streuen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: doorsmeren, besmeren, ronddelen, verbreiden, uitspreiden, rondgeven, verspreiden, uitdelen, sauzen, ontvouwen, afgeven, verstrooien, spreiding, strooien, scatter, verstrooiing