Tätigkeit in het nederlands

Vertaling: tätigkeit, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bewerking, optreden, emplooi, onrust, handwerk, beroep, beweging, bezetting, klus, werkplek, maken, handeling, bezigheid, ambacht, gedoe, verrichting, activiteit, bedrijvigheid, activiteiten, de activiteit
Tätigkeit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • fleckchen in het nederlands - deeltje, sproet, plek, plaats, ter plaatse, plaatse, spot
  • kennend in het nederlands - opzettelijk, weten, wetende, wetend, kennen van, Het kennen
Willekeurige woorden
Tätigkeit in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: bewerking, optreden, emplooi, onrust, handwerk, beroep, beweging, bezetting, klus, werkplek, maken, handeling, bezigheid, ambacht, gedoe, verrichting, activiteit, bedrijvigheid, activiteiten, de activiteit