Teilnehmer in het nederlands
Vertaling: teilnehmer, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
partner, eega, echtgenote, deelnemer, deelnemers, deelgenoot
Verwante woorden
Vertalingen
- aufsaugung in het nederlands - absorptie, streven, eerzucht, ambitie, opslorping, assimilatie, opname, ...
- brechung in het nederlands - straalbreking, breking, refractie, lichtbreking
- gestolpert in het nederlands - struikelde, gestruikeld, strompelde, struikelden, ontdekten
- kommunal in het nederlands - stads, gemeentelijk, stedelijk, gemeentelijke, Municipal, gemeente
Willekeurige woorden
Teilnehmer in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: partner, eega, echtgenote, deelnemer, deelnemers, deelgenoot
Vertalingen: partner, eega, echtgenote, deelnemer, deelnemers, deelgenoot