Trainer in het nederlands

Vertaling: trainer, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
rijtuig, bus, trainen, opvoeden, coachen, onderwijzen, autobus, opleider
Trainer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • begegnet in het nederlands - ontmoette, ontmoetten, voldaan, ontmoet, vervuld
  • bellt in het nederlands - blaft, geblaf, schorsen, schors, blaffen
  • dehnbarkeiten in het nederlands - stretchabilities
  • indikatoren in het nederlands - indicatoren, indicators, indicatoren voor, indicatoren van
Willekeurige woorden
Trainer in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: rijtuig, bus, trainen, opvoeden, coachen, onderwijzen, autobus, opleider