Trainieren in het nederlands

Vertaling: trainieren, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gevolg, trainen, dresseren, bereiden, grootbrengen, tros, voorbereiden, opleiden, aanmaken, kampeerwagen, opvoeden, spoortrein, autobus, coachen, openbaren, bus, work out, werken, uitwerken, uit te werken, te werken
Trainieren in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • aktiviert in het nederlands - geactiveerd, geactiveerde, ingeschakeld, actief, actieve
  • brückenkopf in het nederlands - bruggehoofd, bruggenhoofd, bridgehead, bruggenhoofdservers, bruggenhoofdserver
  • entlassend in het nederlands - ontslag, ontslaan, ontslag van, verwerpen, het ontslag
Willekeurige woorden
Trainieren in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: gevolg, trainen, dresseren, bereiden, grootbrengen, tros, voorbereiden, opleiden, aanmaken, kampeerwagen, opvoeden, spoortrein, autobus, coachen, openbaren, bus, work out, werken, uitwerken, uit te werken, te werken