Trieb in het nederlands

Vertaling: trieb, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verkiezen, begeerte, vuren, paffen, wensen, lust, zin, schieten, begeren, scheut, zucht, verlangen, wens, rit, rijden, schijf, station, aandrijving
Trieb in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • appendix in het nederlands - aanhangsel, bijlage, appendix, van aanhangsel
  • genügsamkeit in het nederlands - zedigheid, bescheidenheid, discretie, ingetogenheid, bescheiden
  • gesandtschaft in het nederlands - legatie, gezantschap, Legation, Legatie, gezantschapsprocedures, legaat
  • langweilte in het nederlands - verveeld, vervelen, verveelde, verveelt, verveel
Willekeurige woorden
Trieb in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: verkiezen, begeerte, vuren, paffen, wensen, lust, zin, schieten, begeren, scheut, zucht, verlangen, wens, rit, rijden, schijf, station, aandrijving