Unterscheiden in het nederlands - Vertaling / Woordenboek duits

Vertaling: unterscheiden, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

schiften, scheiden, splitsen, onderscheiden, afzonderen, sommeren, verordenen, zeggen, gelasten, doorklieven, splijten, opsplitsen, afgezonderd, verdelen, onderkennen, waarnemen, onderscheid, te onderscheiden, onderscheid te maken, onderscheid maken

Verwante woorden

schiften in het duits

scheiden in het duits

splitsen in het duits

onderscheiden in het duits

afzonderen in het duits

sommeren in het duits

verordenen in het duits

zeggen in het duits

gelasten in het duits

doorklieven in het duits

splijten in het duits

opsplitsen in het duits

afgezonderd in het duits

verdelen in het duits

onderkennen in het duits

waarnemen in het duits

Vertalingen

begleiten in het nederlands - vennootschap, accompagnement, verzorgen, begeleiden, firma, accompagneren, handelshuis, ...
genitalien in het nederlands - geslachtsdelen, genitaliën, geslachtsorganen, de genitaliën, geslachtsdeel
isobare in het nederlands - isobarische, isobarisch, isobaar, en isobarische

Willekeurige woorden

gelijkmatig in het engels

luchtballon in het engels

profeet in het engels

Unterscheiden in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: schiften, scheiden, splitsen, onderscheiden, afzonderen, sommeren, verordenen, zeggen, gelasten, doorklieven, splijten, opsplitsen, afgezonderd, verdelen, onderkennen, waarnemen, onderscheid, te onderscheiden, onderscheid te maken, onderscheid maken