Verbinden in het nederlands

Vertaling: verbinden, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
echtgenote, aaneenschakelen, verband, contact, toetreden, zetten, aansluiten, trust, aanraking, samenbinden, verbinden, das, aanbinden, monteren, paren, samenbrengen, koppelen, sluit, te sluiten
Verbinden in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dann in het nederlands - toch, zozeer, toen, zo, vervolgens, dus, ergo, ...
  • drehkreuz in het nederlands - tourniquet, draaikruis, turnstile, draaihek, draaitrommel
  • kulleräugig in het nederlands - schotel, saucer, schoteltje, de Schotel, schotel van
  • kurzfassung in het nederlands - verkorting, afkorting, verkorte versie, ingekorte versie, beknopte versie, korte versie, verkorte versie weer
Willekeurige woorden
Verbinden in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: echtgenote, aaneenschakelen, verband, contact, toetreden, zetten, aansluiten, trust, aanraking, samenbinden, verbinden, das, aanbinden, monteren, paren, samenbrengen, koppelen, sluit, te sluiten