Vergangenheit in het nederlands
Vertaling: vergangenheit, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vorig, voorbij, aan, tot, tegen, voor, verleden, naar, om, langs, afgelopen, laatste
Verwante woorden
Vertalingen
- chronische in het nederlands - chronisch, een chronische, van chronische, de chronische
- demut in het nederlands - ootmoed, deemoed, nederigheid, bescheidenheid, nederig
- gerben in het nederlands - tanen, leerlooien, looien, bruinen, geelbruin, tan, bruin
- giftigkeit in het nederlands - kwaadaardigheid, virulentie, de virulentie, virulente
Willekeurige woorden
Vergangenheit in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: vorig, voorbij, aan, tot, tegen, voor, verleden, naar, om, langs, afgelopen, laatste
Vertalingen: vorig, voorbij, aan, tot, tegen, voor, verleden, naar, om, langs, afgelopen, laatste