Vorherrschen in het nederlands

Vertaling: vorherrschen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beheersen, bestuur, beginsel, grondbeginsel, besturen, prevaleren, regel, regeren, principe, regering, liniaal, heersen, bewind, heerschappij, zegevieren, de overhand hebben, overhand
Vorherrschen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • dotiert in het nederlands - gedoteerde, gedoteerd, gedoopte, gedoopt, gedopeerde
  • geldgierig in het nederlands - begerig, vrekkig, pinnig, schraperig, happig, verlekkerd, gretig, ...
  • kortikal in het nederlands - corticale, corticaal, de corticale, cortex, omhullend
  • krankheit in het nederlands - aandoening, kwaal, misselijkheid, telastlegging, ziekte, aanklacht, beschuldiging, ...
Willekeurige woorden
Vorherrschen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: beheersen, bestuur, beginsel, grondbeginsel, besturen, prevaleren, regel, regeren, principe, regering, liniaal, heersen, bewind, heerschappij, zegevieren, de overhand hebben, overhand