Wallung in het nederlands
Vertaling: wallung, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
blozen, gefortuneerd, rijk, vermogend, doorspoelen, gelijk, vlak, blos, flush
Vertalingen
- geschirr in het nederlands - aardewerk, borden, vaatwerk, gerechten, schotels
- hinterteil in het nederlands - kont, bibs, gat, achterste, staartstuk, romp, eigenlijke fundament
- hochzeitsreise in het nederlands - huwelijksreis, wittebroodsweken, honeymoon, Iedereen
- ikone in het nederlands - afbeelding, voorstelling, figuur, pictogram, prent, plaat, icon, ...
Willekeurige woorden
Wallung in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: blozen, gefortuneerd, rijk, vermogend, doorspoelen, gelijk, vlak, blos, flush
Vertalingen: blozen, gefortuneerd, rijk, vermogend, doorspoelen, gelijk, vlak, blos, flush