Wessen in het nederlands
Vertaling: wessen, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
waarvan, wiens, wier, welks, van wie
Vertalingen
- buße in het nederlands - inkeer, boetvaardigheid, berouw, boete, bussen, autobussen, de bussen, ...
- gehemmtheit in het nederlands - zelfbewustzijn, het zelfbewustzijn, zelfbewustzijn te
- gehöfte in het nederlands - hofsteden, homesteads, hoeves, boerderijen, woonerven
- irritieren in het nederlands - prikkelen, irriteren, irriteert, prikkelend, prikkelend voor, irritatie
Willekeurige woorden
Wessen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: waarvan, wiens, wier, welks, van wie
Vertalingen: waarvan, wiens, wier, welks, van wie