Woche in het nederlands
Vertaling: woche, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
week, reisaanbiedingen, weken, wekelijks
Verwante woorden
Vertalingen
- anguss in het nederlands - deur, poort, draaihek, gate, hek, de poort
- aufgelaufen in het nederlands - gestrand, gestrande, strandde, stranded, strandden
- jasager in het nederlands - jabroer, mooidoener
- lag in het nederlands - plaatsen, ballade, vlijen, neerleggen, zetten, leggen, was, ...
Willekeurige woorden
Woche in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: week, reisaanbiedingen, weken, wekelijks
Vertalingen: week, reisaanbiedingen, weken, wekelijks