Zerrüttung in het nederlands
Vertaling: zerrüttung, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
opschudding, beweging, onrust, interruptie, woeling, beroering, schorsing, onderbreking, troebelen, agitatie, panne, pech, storing, defect, instorting
Verwante woorden
Vertalingen
- abreibend in het nederlands - guur, schuurmiddel, doordringend, fel, bijtend, schurende, schurend, ...
- chefköchin in het nederlands - chef, chefkok, kok, chef kok, de chef
- erle in het nederlands - els, elzen, alder, elzenhout, elzenhouten
- keimzellen in het nederlands - kiemcellen, geslachtscellen, de geslachtscellen, voortplantingscellen, de kiemcellen
Willekeurige woorden
Zerrüttung in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: opschudding, beweging, onrust, interruptie, woeling, beroering, schorsing, onderbreking, troebelen, agitatie, panne, pech, storing, defect, instorting
Vertalingen: opschudding, beweging, onrust, interruptie, woeling, beroering, schorsing, onderbreking, troebelen, agitatie, panne, pech, storing, defect, instorting