Zusammenkoppeln in het nederlands

Vertaling: zusammenkoppeln, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanspannen, stelletje, koppel, paar, duo, tweetal, span, stel, samen, elkaar, bij elkaar, tezamen, samen te
Zusammenkoppeln in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • brustbein in het nederlands - borstbeen, sternum, het borstbeen, borstbeen nog
  • chromosom in het nederlands - chromosome, chromosoom, chromosomen, chromosoom van
  • finsternisse in het nederlands - verduisteringen, eclipsen, zonsverduisteringen, de verduisteringen, eclips
  • geplündert in het nederlands - geplunderd, geplunderde, plunderden, geroofde, geroofd
Willekeurige woorden
Zusammenkoppeln in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: aanspannen, stelletje, koppel, paar, duo, tweetal, span, stel, samen, elkaar, bij elkaar, tezamen, samen te