Zusatz in het nederlands

Vertaling: zusatz, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
appendix, mecenaat, toeslag, optelling, bijbehorend, secundair, endossement, aanhangsel, giro, toevoeging, additief, vermeerdering, bijkomend, supplement, bijkomstig, toevoegsel, Daarnaast, Bovendien, Naast, aanvulling
Zusatz in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • abstinenzler in het nederlands - geheelonthouder, teetotaler, teetotaller, abstemius, afschaffer
  • abwerfend in het nederlands - het werpen, gooien, foute, werpen, gooien van
  • durchgesiebt in het nederlands - gespannen, geforceerd, strak
  • fernmündliche in het nederlands - telefonisch, per telefoon, telefonische, via de telefoon, via telefoon
Willekeurige woorden
Zusatz in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: appendix, mecenaat, toeslag, optelling, bijbehorend, secundair, endossement, aanhangsel, giro, toevoeging, additief, vermeerdering, bijkomend, supplement, bijkomstig, toevoegsel, Daarnaast, Bovendien, Naast, aanvulling