Build in het nederlands

Vertaling: build, Woordenboek: engels » nederlands

Brontaal:
engels
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
metselen, construeren, aanleggen, maken, bouwen, bouw, te bouwen, opbouwen, gebouwd
Build in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bugloss in het nederlands - ossetong, Slangenkruid, Kromhals, bugloss van
  • build-up in het nederlands - opbouwen, opbouw, de opbouw, ophoping, toename
  • builder in het nederlands - bouwondernemer, aannemer
Willekeurige woorden
Build in het nederlands - Woordenboek: engels » nederlands
Vertalingen: metselen, construeren, aanleggen, maken, bouwen, bouw, te bouwen, opbouwen, gebouwd