Debt in het nederlands

Vertaling: debt, Woordenboek: engels » nederlands

Brontaal:
engels
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schuld
Debt in het nederlands
Verwante woorden
schuld in het engels

Vertalingen

  • debriefing in het nederlands - nabespreking, de debriefing, briefing
  • debris in het nederlands - prullaria, afval, vuilnis, rommel, rommelzooi, vuil, puin, ...
  • debtor in het nederlands - schuldenaar, debiteur, de schuldenaar, debiteuren
  • debtors in het nederlands - debiteuren, schuldenaars, schuldenaren, vorderingen, debiteur
Willekeurige woorden
hoeder
uithoren
broodstuff
overleden
derivaat
afgeleid
dermatologisch
dermatoloog
enharmonisch
banneling
homeomorfisme
osteoporose
schroevendraaier
accumuleren in het engels
onbescheidenheid in het engels
plezier in het engels
Debt in het nederlands - Woordenboek: engels » nederlands
Vertalingen: schuld