Omandamine in het nederlands

omand in het nederlands - attribuut, vermogen, bezit, boerderij, goed, eigendom, kwaliteit, ...
omandama in het nederlands - baas, grootmeester, oorspronkelijk, directeur, ontvangen, meester, origineel, ...
omandimaks in het nederlands - gefortuneerd, rijk, vermogensbelasting, onroerende voorheffing, de onroerende voorheffing, onroerendgoedbelasting, grondbelasting
omandus in het nederlands - bezit, vaardigheid, eigendom, vlugheid, handigheid, acquisitie, bedrevenheid, ...

Willekeurige woorden

liniaal

tol

boekhouden in het engels

hangen in het engels

krommen in het engels

prototype in het engels

stempel in het engels

Omandamine in het nederlands - Woordenboek: ests » nederlands
Vertalingen: slag, aanwinst, vaardigheid, acquisitie, verwerving, handigheid, prooi, vlugheid, bedrevenheid, buit, aankoop, verkrijging