Tegu in het nederlands

tegevuspaik in het nederlands - tafereel, gezichtsvermogen, toneel, schouwspel, tableau, panorama, gezicht, ...
tegija in het nederlands - agent, werkman, vertegenwoordiger, werkkracht, dealer, makelaar, werker, ...
tegur in het nederlands - makelaar, kengetal, agent, verhouding, dealer, vertegenwoordiger, factor, ...
tegusõna in het nederlands - werkwoord, verb, woord, persoonsvorm, werkwoorden

Willekeurige woorden

onuitstaanbaar

teer

archipel in het engels

belofte in het engels

grimmig in het engels

kolossaal in het engels

rommelig in het engels

smeren in het engels

vestigen in het engels

Tegu in het nederlands - Woordenboek: ests » nederlands
Vertalingen: actie, toedoen, werking, verrichting, feit, bedrijvigheid, zet, daad, gedoe, activiteit, optreden, handeling, handelen, wet, act