Juhlia in het nederlands

Vertaling: juhlia, Woordenboek: fins » nederlands

Brontaal:
fins
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
feestmaal, opdragen, banket, fuiven, vieren, verheerlijken, hagel, smulpartij, feestvieren, celebreren, loven, festijn, te vieren, vier, viert, het vieren
Juhlia in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • juhlaviikko in het nederlands - viering, feest, de viering, vieren, viering van
  • juhlavuosi in het nederlands - verjaardag, jubileum, jarig bestaan, bestaan, jarig
  • juhlistaa in het nederlands - vieren, te vieren, om te vieren, om te het vieren, om feest te vieren
  • juju in het nederlands - gebogen, aanfloepen, aanhouding, vangen, kneep, foefje, vatten, ...
Willekeurige woorden
Juhlia in het nederlands - Woordenboek: fins » nederlands
Vertalingen: feestmaal, opdragen, banket, fuiven, vieren, verheerlijken, hagel, smulpartij, feestvieren, celebreren, loven, festijn, te vieren, vier, viert, het vieren