Märkiä in het nederlands
Vertaling: märkiä, Woordenboek: fins » nederlands
Brontaal:
fins
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aangelegenheid, ontslaan, stof, ontslag, royeren, ding, ontzetten, substantie, zaak, materie, goedje, affaire, spul, zelfstandigheid, etteren, zweren, fester, woekeren, verzweren
Verwante woorden
Vertalingen
- märehtiä in het nederlands - kauwen, herkauwen, herkauwt, herkauwen wel, het herkauwt
- märkiminen in het nederlands - ettering, suppuratie, suppuration, ettervorming, etterafscheiding
- märkyys in het nederlands - aanslag, vocht, condens, vochtig, nat, nattigheid, natheid, ...
- märkä in het nederlands - vochtig, etter, vocht, pus, nat, natte, vochtige, ...
Willekeurige woorden
Märkiä in het nederlands - Woordenboek: fins » nederlands
Vertalingen: aangelegenheid, ontslaan, stof, ontslag, royeren, ding, ontzetten, substantie, zaak, materie, goedje, affaire, spul, zelfstandigheid, etteren, zweren, fester, woekeren, verzweren
Vertalingen: aangelegenheid, ontslaan, stof, ontslag, royeren, ding, ontzetten, substantie, zaak, materie, goedje, affaire, spul, zelfstandigheid, etteren, zweren, fester, woekeren, verzweren