Nimi in het nederlands
Vertaling: nimi, Woordenboek: fins » nederlands
Brontaal:
fins
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
naamwoord, heten, benoemen, naam, roepen, noemen, benaming, naam van, de naam, Datums leeg
Verwante woorden
Vertalingen
- nimetä in het nederlands - onderscheiden, fundamenteel, vereenzelvigen, naamwoord, identificeren, beschrijven, toets, ...
- nimetön in het nederlands - nameloos, ongenoemd, anoniem, ongetekend, naamloos, anonieme, Anonymous
- nimike in het nederlands - etiket, vakterm, label, term, uitdrukking, titel, de titel, ...
- nimikirjain in het nederlands - voorletter, initiaal, de, het, van de
Willekeurige woorden
Nimi in het nederlands - Woordenboek: fins » nederlands
Vertalingen: naamwoord, heten, benoemen, naam, roepen, noemen, benaming, naam van, de naam, Datums leeg
Vertalingen: naamwoord, heten, benoemen, naam, roepen, noemen, benaming, naam van, de naam, Datums leeg