Écouter in het nederlands
Vertaling: écouter, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toeluisteren, vernemen, verstaan, toehoren, aanhoren, horen, beluisteren, luisteren, afluisteren, gehoorzamen, beluistert, luister, luistert
Verwante woorden
Vertalingen
- découle in het nederlands - stengels, stelen, stamt, stammen, komt voort
- enlevai in het nederlands - nam, namen, heeft, vond, duurde
- gerbe in het nederlands - pakket, schoof, bundel, pakje, pak, bos, wis, ...
- indicible in het nederlands - onuitsprekelijk, onbeschrijfelijk, onuitsprekelijke, een onuitsprekelijke, onzegbare
Willekeurige woorden
Écouter in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: toeluisteren, vernemen, verstaan, toehoren, aanhoren, horen, beluisteren, luisteren, afluisteren, gehoorzamen, beluistert, luister, luistert
Vertalingen: toeluisteren, vernemen, verstaan, toehoren, aanhoren, horen, beluisteren, luisteren, afluisteren, gehoorzamen, beluistert, luister, luistert