Énumérer in het nederlands

Vertaling: énumérer, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
declameren, cedel, voordragen, ceel, rol, uitlisten, lijst, lijst met, overzicht, de lijst, lijst van
Énumérer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • entraînai in het nederlands - gesleept, sleepte, sleepten, gesleurd, meegesleurd
  • infester in het nederlands - kwiek, aanslaan, verstoren, opruien, moeilijkheid, ongemak, opgewekt, ...
  • manquer in het nederlands - begeerte, gemis, missen, zin, behoefte, willen, nood, ...
Willekeurige woorden
Énumérer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: declameren, cedel, voordragen, ceel, rol, uitlisten, lijst, lijst met, overzicht, de lijst, lijst van