Épauler in het nederlands

Vertaling: épauler, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
stut, voeding, achteruit, schoren, uithouden, ondersteuning, terug, keerzijde, volhouden, drager, stutten, wervelkolom, schragen, spin, leven, steun, helpen, help, te helpen, hulp, helpen bij
Épauler in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • auxiliateur in het nederlands - bijkomstig, assistent, adjunct, helper, secundair, bijkomend, aanhangsel, ...
  • confinés in het nederlands - beperkt, begrensd, beperken, besloten, beperkte
  • enivrez in het nederlands - dronken, gedronken, drunk, drinken, dronkaard
  • fourvoyer in het nederlands - misleiden, te misleiden, kunnen misleiden, worden misleid, misleiding van
Willekeurige woorden
Épauler in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: stut, voeding, achteruit, schoren, uithouden, ondersteuning, terug, keerzijde, volhouden, drager, stutten, wervelkolom, schragen, spin, leven, steun, helpen, help, te helpen, hulp, helpen bij