Évasion in het nederlands

agrégent in het nederlands - inhouden, behelzen, bevatten, aggregaat, totale, totaal, geaggregeerde, ...
amèrement in het nederlands - bitter, bittere, bitterlijk, verbitterd, bitter te
contestèrent in het nederlands - uitgedaagd, daagde, aangevochten, betwist, bestreden
lin in het nederlands - linnen, vlas, linnengoed, beddengoed, lakens, wasgoed

Willekeurige woorden

bovengronds

droevig

beklimming in het engels

pelikaan in het engels

Évasion in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: ontgaan, ontvluchten, ontsnappen, ontkomen, grendelen, lek, bliksem, afgrendelen, ontsnapping, escape, te ontsnappen