Agréger in het nederlands
Vertaling: agréger, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
combineren, bevatten, verenigen, verbinden, toetreden, bundelen, aaneenschakelen, inhouden, samenvoegen, samenbrengen, aaneenvoegen, samenbinden, behelzen, kartel, aansluiten, vastbinden, aggregaat, totale, totaal, geaggregeerde, gezamenlijke
Verwante woorden
Vertalingen
- agrégent in het nederlands - inhouden, behelzen, bevatten, aggregaat, totale, totaal, geaggregeerde, ...
- agrégeons in het nederlands - bevatten, behelzen, inhouden
- agrégez in het nederlands - bevatten, inhouden, behelzen
Willekeurige woorden
Agréger in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: combineren, bevatten, verenigen, verbinden, toetreden, bundelen, aaneenschakelen, inhouden, samenvoegen, samenbrengen, aaneenvoegen, samenbinden, behelzen, kartel, aansluiten, vastbinden, aggregaat, totale, totaal, geaggregeerde, gezamenlijke
Vertalingen: combineren, bevatten, verenigen, verbinden, toetreden, bundelen, aaneenschakelen, inhouden, samenvoegen, samenbrengen, aaneenvoegen, samenbinden, behelzen, kartel, aansluiten, vastbinden, aggregaat, totale, totaal, geaggregeerde, gezamenlijke