Alléguer in het nederlands
Vertaling: alléguer, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
pleiten, aangeven, aanduiden, tonen, tentoonspreiden, citeren, kenmerken, uitduiden, aanwijzen, aanhalen, specificeren, tekenen, dagvaarden, noemen, vertonen, beweren, aanvoeren, ontleend, betogen, ontleend aan
Verwante woorden
Vertalingen
- allégua in het nederlands - vermeende, vermeend, beweerde, veronderstelde, de vermeende
- alléguez in het nederlands - beweren, aanvoeren, ontleend, betogen, ontleend aan
- alléguons in het nederlands - beweren, aanvoeren, ontleend, betogen, ontleend aan
Willekeurige woorden
Alléguer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: pleiten, aangeven, aanduiden, tonen, tentoonspreiden, citeren, kenmerken, uitduiden, aanwijzen, aanhalen, specificeren, tekenen, dagvaarden, noemen, vertonen, beweren, aanvoeren, ontleend, betogen, ontleend aan
Vertalingen: pleiten, aangeven, aanduiden, tonen, tentoonspreiden, citeren, kenmerken, uitduiden, aanwijzen, aanhalen, specificeren, tekenen, dagvaarden, noemen, vertonen, beweren, aanvoeren, ontleend, betogen, ontleend aan