Anticiper in het nederlands

Vertaling: anticiper, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vooruitlopen, anticiperen, prejudiciëren, anticiperen op, verwachten, te anticiperen, voorzien
Anticiper in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • anticipe in het nederlands - anticipeert, anticipeert op, verwacht, voorziet, vooruit
  • anticipent in het nederlands - vooruitlopen, prejudiciëren, anticiperen, verwachten, verwacht, verwachten dat, kunt verwachten, ...
  • anticipez in het nederlands - prejudiciëren, anticiperen, vooruitlopen, Anticipeer, anticiperen op, Anticipeer op, verwachten
  • anticipons in het nederlands - anticiperen, vooruitlopen, prejudiciëren, verwachten, verwacht, verwachten dat, kunt verwachten, ...
Willekeurige woorden
Anticiper in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: vooruitlopen, anticiperen, prejudiciëren, anticiperen op, verwachten, te anticiperen, voorzien