Appliquer in het nederlands

Vertaling: appliquer, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toepassing, oefenen, baan, werkkring, zetten, doelwit, aannemen, aanwenden, plaats, gebruik, tewerkstelling, tewerkstellen, aandoen, ambt, doelstelling, opleggen, van toepassing zijn, toepassen, aanvragen, aanbrengen, brengen
Appliquer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • applique in het nederlands - band, beslaan, tooisel, sieraad, versieren, toepassen, leggen, ...
  • appliquent in het nederlands - toepassen, aandoen, benutten, zetten, aanwenden, leggen, opleggen, ...
  • appliqué in het nederlands - verslag, reportage, arbeidzaam, ijverig, aanleg, rapport, ontwerp, ...
  • appliquée in het nederlands - toegepast, Toegepaste, Applied, de toegepaste, aangebrachte
Willekeurige woorden
Appliquer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: toepassing, oefenen, baan, werkkring, zetten, doelwit, aannemen, aanwenden, plaats, gebruik, tewerkstelling, tewerkstellen, aandoen, ambt, doelstelling, opleggen, van toepassing zijn, toepassen, aanvragen, aanbrengen, brengen