Apport in het nederlands

Vertaling: apport, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
provisie, spekken, bezorging, afzetting, stuk, verhandeling, afleveren, bijdrage, prikkel, voorraad, deponeren, provianderen, aanwinst, donatie, proviandering, bezinksel, bijdrage toe, bijdrage van, bijdragen
Apport in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • appointée in het nederlands - aangestelde, uw Aangestelde, uw Aangestelde Persoon, appointee, benoemen persoon
  • appointés in het nederlands - bezoldigd, loondienst, in loondienst, bezoldigde, betaalde
  • apporta in het nederlands - bracht, gebracht, brachten, ingesteld, gesteld
  • apportai in het nederlands - bracht het, brachten het, bracht hem, bracht, brachten ze
Willekeurige woorden
Apport in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: provisie, spekken, bezorging, afzetting, stuk, verhandeling, afleveren, bijdrage, prikkel, voorraad, deponeren, provianderen, aanwinst, donatie, proviandering, bezinksel, bijdrage toe, bijdrage van, bijdragen