Ascenseur in het nederlands

Vertaling: ascenseur, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verhogen, ophalen, optillen, ophogen, opslaan, dresseren, hijsen, ophijsen, opgraven, beuren, rooien, fokken, lift, heffen, verheffen, oprichten, de lift, elevator, een lift
Ascenseur in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ascendant in het nederlands - beïnvloeden, omhoog, gevolg, uitslag, besturen, inwerking, regelen, ...
  • ascendants in het nederlands - bloedverwanten in opgaande lijn, ascendenten, bloedverwanten in opgaande, opgaande
  • ascension in het nederlands - klauteren, montage, stijging, vordering, opstand, zetting, bevordering, ...
  • ascensionniste in het nederlands - bergbeklimmer, alpinist, klimmer, climber, De klimmer, klimmer van, De klimmer van
Willekeurige woorden
Ascenseur in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: verhogen, ophalen, optillen, ophogen, opslaan, dresseren, hijsen, ophijsen, opgraven, beuren, rooien, fokken, lift, heffen, verheffen, oprichten, de lift, elevator, een lift