Bander in het nederlands

Vertaling: bander, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
zwachtel, bepalen, strak, stropdas, gespannen, buigen, deuntje, bevestigen, aandraaien, vaststellen, wijsje, vastmaken, stam, ingespannen, ras, spannen, verband, bandage, pleister, blinddoek
Bander in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bandeau in het nederlands - riem, reep, strip, band, filet, wapenbalk, stropen, ...
  • bandent in het nederlands - zwachtel, verband, bocht, buigen, kromming, Bend, buig
  • banderole in het nederlands - standaard, banderol, veldteken, verpakking, vlag, banier, kruisband, ...
  • bandez in het nederlands - verband, zwachtel, bandage, pleister, blinddoek
Willekeurige woorden
Bander in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: zwachtel, bepalen, strak, stropdas, gespannen, buigen, deuntje, bevestigen, aandraaien, vaststellen, wijsje, vastmaken, stam, ingespannen, ras, spannen, verband, bandage, pleister, blinddoek