Branchement in het nederlands
Vertaling: branchement, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
filiaal, afdeling, depot, kruis, aftakking, tweesprong, tak, vork, verbinding, aansluiting, connectie, verband
Verwante woorden
Vertalingen
- branchant in het nederlands - inpluggen, pluggen, het inpluggen, insteken, het aansluiten
- branche in het nederlands - lidmaat, bewapenen, rijs, werk, wapen, gewest, poot, ...
- branchent in het nederlands - verenigen, verbinden, aansluiten, vastbinden, samenbinden, aaneenschakelen, koppelen, ...
- brancher in het nederlands - aftakking, aaneenschakelen, afdeling, aansluiten, aansteken, stokje, verbinden, ...
Willekeurige woorden
Branchement in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: filiaal, afdeling, depot, kruis, aftakking, tweesprong, tak, vork, verbinding, aansluiting, connectie, verband
Vertalingen: filiaal, afdeling, depot, kruis, aftakking, tweesprong, tak, vork, verbinding, aansluiting, connectie, verband