Brusquer in het nederlands

brusque in het nederlands - ruw, rap, cru, spoedig, prompt, abrupt, gezwind, ...
brusquement in het nederlands - botweg, ineens, kortaf, opeens, plotseling, abrupt, plots, ...
brusquerie in het nederlands - heftigheid, bruuskheid, steilheid, het plotselinge, driftigheid
brut in het nederlands - plat, onbenullig, nurks, wreed, bot, dik, snauwerig, ...

Willekeurige woorden

bloeien

handlanger

achterklap in het engels

boud in het engels

prettig in het engels

variabel in het engels

zoet in het engels

Brusquer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: voortmaken, bloedaandrang, spoed, vaart, haastigheid, toevloed, aandrang, haast, stormloop, drukte, haasten, spits