Céder in het nederlands

Vertaling: céder, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aandragen, toegeven, annuleren, bedanken, ontbinden, bezorgen, aanbrengen, teruggaan, afgelasten, teruglopen, achteruitgaan, rendement, afdragen, neerleggen, halen, aangeven, weg geven, wijken, plaats maken, maken plaats, zwichten
Céder in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • cédai in het nederlands - opgeleverd, leverden, leverde, opleverde, gaf
  • cédant in het nederlands - overdrager, vervreemder, cedent, overdragende, overdragende partij
  • cédez in het nederlands - afstaan, toegeven, opbrengst, rendement, yield, de opbrengst, opbrengst van
  • cédille in het nederlands - Cedilla, cedille, cedille de plaats iin
Willekeurige woorden
Céder in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: aandragen, toegeven, annuleren, bedanken, ontbinden, bezorgen, aanbrengen, teruggaan, afgelasten, teruglopen, achteruitgaan, rendement, afdragen, neerleggen, halen, aangeven, weg geven, wijken, plaats maken, maken plaats, zwichten