Célébrai in het nederlands

célèbrent in het nederlands - fuiven, feestvieren, vieren, verheerlijken, celebreren, opdragen, loven, ...
célébra in het nederlands - befaamd, roemvol, glorierijk, roemruchtig, gerenommeerd, beroemd, welbekend, ...
célébrant in het nederlands - celebrant, celebrerende, de celebrant
célébration in het nederlands - viering, feest, festiviteit, fuif, de viering, vieren, viering van

Willekeurige woorden

befaamdheid

boordevol

begraafplaats in het engels

euvel in het engels

gehemelte in het engels

nis in het engels

Célébrai in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: glorieus, vermaard, glorierijk, roemvol, beroemd, befaamd, welbekend, gevierd, roemruchtig, gerenommeerd